Nu we halverwege de januari-maand zijn blik ik alvast terug op de overheidscampagne voor deze maand: “Ik pas”.
Het moest ons als kritische liefhebbers van smaak aansporen om gedurende deze eerste maand van het jaar helemaal geen alcohol te nuttigen. Dus ook niet één fatsoenlijke glas wijn. Daar valt nog wel iets over te zeggen.
Natuurlijk is het een goed initiatief om excessief gebruik van alcoholische dranken in te dammen. Zwaar alcoholische dranken voorop en als je in je eentje een fles slobberwijn opdrinkt op een avond ben je ook niet goed bezig.
Alcoholische dranken zijn genotsmiddelen. Deze heten zo omdat ze een bepaalde mate van genot opleveren. En welbeschouwd is dat ook zo. Indien met mate genuttigd. Het kantelpunt waarop je nog verantwoord alcoholische dranken tot je neemt is mede afhankelijk van de kwaliteit die je in je glas aantreft. Immers een waterige slobberwijn klok je inderdaad heel snel weg. Als limonade. Een dun aftreksel van gegist druivensap, geen afdronk, geen verhaal, Kortom, een anonieme bedoeling in je glas.
Om het in een ander perspectief te zetten, vergelijk de smaakbeleving van een watermeloen met een compacte rijpe gele meloen. Een wereld van (smaak)verschil. Een compacte wijn met een lange afdronk drink je heel anders dan een supermarktslobber, het zogenaamde "wijntje". De eerste drink je met aandacht, langzaam en met respect. Per definitie met mate. Daarom drink ik drink dus geen slobberwijntjes. Uitsluitend compacte wijnen waar je meerdere avonden mee voort kan. Want ook dat gaat heel goed met wijn, al denken nog steeds verbazend veel mensen van niet. Ik doe dus graag mee met de overheidscampagne en pas dus ook, maar wel met mate!
Reactie schrijven